Boeren tekenen voor beheer weidevogels regio IJsseldelta

De familie Den Uijl-Postma uit Kamperveen is bereid gevonden om Weidevogelboer te worden. En de familie Snel wil het huidige contract graag  uitbreiden om nog meer extra zorg te kunnen besteden aan de weidevogels in de regio IJsseldelta. Daarmee is meer dan de benodigde compensatie-opgave bereikt in de regio IJsseldelta. De realisatie van optimale weidevogelgebieden is noodzakelijk, omdat door de aanleg van het Reevediep. landbouwgrond (en dus weidevogelgebied) andere functies krijgt, zoals water, natuur en vaarweg. 

 

Sinds 2014 zijn drie boerenbedrijven in Kamperveen en de polder Mastenbroek bereid hun bedrijfsvoering zodanig aan te passen dat hun land optimale leefomstandigheden biedt voor weidevogels. De families Snel, Ten Hove en Den Uijl. Deze boeren reageerden in 2012 op de ludieke actie “Grutto zoekt boer”, die onder boeren in de regio IJsseldelta werd gehouden. Zij hebben begin 2014 een langjarig contract ondertekend. Vertegenwoordigers van organisaties als de Agrarische Natuurvereniging Camperland, de Natuurvereniging IJsseldelta en de Stichting Particuliere Landschapsdiensten IJsseldelta spelen een belangrijke rol bij de realisatie van de optimale leefgebieden voor de weidevogels. AMV Camperland verzorgt ook de jaarlijkse monitoring en begeleidt de boeren bij het beheer.

 

Bedrijfsvoering

De deelnemende boeren hebben hun bedrijfsvoering fors aangepast om optimaal leefgebied te creëren voor weidevogels. Zo heeft de familie Snel, in de polder Mastenbroek, zo’n achtentwintig hectare van hun grond ingezet voor de weidevogels. Dat is meer dan de helft van de oppervlakte van het bedrijf. Ruim één hectare daarvan wordt ingericht als plas-dras-gebied. Deze drassige omgeving nodigt weidevogels, zoals de Grutto uit om daar neer te strijken. Ook passen de deelnemende boeren hun maaibeheer flink aan, zodat de weidevogels voldoende tijd en ruimte krijgen om te broeden en hun kuikens groot te brengen. Deze aanpassingen in de bedrijfsvoering zorgen voor minder opbrengsten van het land. Daarvoor krijgen de boeren een vergoeding. In totaal hebben de 4 deelnemende boeren nu bijna 125 hectare aan weidevogelland in beheer. Dat zijn ongeveer 125 voetbalvelden! De weidevogelcontracten hebben een looptijd van minimaal 24 jaar.

 

Wie zijn de weidevogelboeren?

Ze hebben allemaal land waar de vogels goed aarden. Niet te droog en geen bosschages in de buurt. Het zijn allemaal mensen met liefde voor de vogels. Dat klinkt soft, maar het moet, want je moet er qua bedrijfsvoering best wat voor opgeven.

 

Achtergrondinformatie

De IJsseldelta is van oudsher een belangrijk gebied voor weidevogels. Opgaande begroeiing zoals houtwallen, singels en bosjes ontbreken vrijwel. De weidse graslanden, die overwegend in gebruik zijn bij melkveehouders, bieden voor weidevogels optimale omstandigheden. Hoewel de weidevogelstand de laatste decennia is afgenomen, behoort de IJsseldelta nog steeds tot de beste weidevogelgebieden in Overijssel.  Een belangrijke soort als de Grutto komt er nog steeds in grote aantallen voor.

Weidevogelsymposium IJsseldelta in Mastenbroek druk bezocht

Ongeveer 45 personen waren op donderdag 11 mei 2017 aanwezig in ’t Trefpunt in Mastenbroek bij het symposium over weidevogels. De Agrarische  Natuurvereniging Camperland en de Stichting Particuliere Landschapsdiensten IJsseldelta (SPLIJ+) hadden de handen ineen geslagen om de alarmklok te luiden voor de dramatische achteruitgang van het aantal weidevogels. Beide organisaties zijn nauw betrokken bij het weidevogelbeheer in de IJsseldelta. Ondanks alle inspanningen lukt het niet om de achteruitgang van weidevogels in Nederland – en ook in de IJsseldelta – tot staan te brengen. Het afsluiten van contracten met agrariërs over weidevogelvriendelijk beheer, het monitoren  van nesten en broedresultaten en het tegengaan van predatie blijken onvoldoende resultaat op te leveren. “Er moet meer gebeuren”, zo memoreerde Jan van der Weerd, voorzitter van ANV Camperland, in zijn welkomstwoord en daarom zijn we hier. “Het is goed dat agrariërs, politici, overheidsinstanties, natuurorganisaties en vrijwilligers vandaag hier met elkaar van gedachten wisselen”. Ondanks het mooie weer waren de agrariërs goed vertegenwoordigd. Afzeggingen vanwege drukke werkzaamheden op het land waren er ook, maar  een aantal liet gezien het belang van het onderwerp schriftelijk hun aandeel in het onderwerp weten aan de organisatie.

In zijn presentatie ging Joop Beens van ANV Camperland nader in op wat er tot nog toe gerealiseerd is. In 2017 geldt voor ongeveer 500 hectare grasland een uitgestelde maaidatum, zijn er in de loop der jaren 14 plas-drasgebieden aangelegd en zijn circa 160 hectare grasland onder langjarig beheer als weidevogelgebied gebracht. Sinds kort kan er ook gebruik worden gemaakt van een drone om nesten op te sporen. Toch blijft de weidevogelstand achteruitgaan. Twee belangrijke oorzaken springen eruit. In de eerste plaats heeft de intensieve landbouw een negatief effect op de weidevogelstand en de broedresultaten. Het injecteren van mest, het omploegen van maisakkers en het vroeger, breder en sneller maaien van grote percelen grasland is erg schadelijk voor legsels en kuikens. De eenzijdige nadruk op efficiënte productiemethoden met weinig oog voor natuur- en landschapsbeheer is fnuikend voor de weidevogelstand en de biodiversiteit in de IJsseldelta.

In de tweede plaats heeft de weidevogelstand ernstig te lijden van predatie. Het actief weren van vossen, kraaien, reigers en ooievaars, hermelijnen en steenmarters, buizerds en andere roofvogels zal in weidevogelgebieden mogelijk moeten zijn. Zo niet, dan blijft weidevogelbeheer dweilen met de kraan open. Aan terreinbeherende organisaties wordt de oproep  gedaan om mee te denken hoe dit op een verantwoorde manier gerealiseerd kan worden.

Aan de hand van stellingen daagde Jan-Olaf Tjabringa van SPLIJ+ de aanwezigen uit om te discussiëren over verdergaande maatregelen. Stellingen als “Elke boer moet verplicht op cursus en krijgt een vrijwilliger op het gebied van weidevogelbeheer toegewezen” of  “Weidevogelproblematiek zou een verplicht onderwerp moeten zijn bij politieke partijen en overheid” en “Een verandering van landschapsbeheer is noodzakelijk voor het behoud van weidevogels”, gaven voldoende aanleiding  tot discussie. In het verleden lag het accent op maximale voedselproductie, maar nu komen aspecten als landschaps- en natuurbeheer steeds meer in beeld. Dat zou in de agrarische sector tot een mentaliteitsverandering kunnen en moeten leiden.

Na de pauze gingen de aanwezigen op excursie. Bij het bedrijf van de familie Pelleboer konden de deelnemers met de safari-bus de weidevogels in het veld bekijken. Na twee magere jaren lijkt 2017 een redelijk goed jaar te worden met in totaal 80 nesten en al behoorlijk wat jonge grutto’s en tureluurs. Bij de familie Van Ittersum werd de drone gedemonstreerd waarbij veel beter en met veel minder verstoring de nesten van de weidevogels in kaart gebracht kunnen worden. Ook hier gingen de deelnemers op een boerenwagen het land in om te kijken bij het plas-dras perceel. Hier waren veel jonge kieviten en tureluurs te zien. Bijzonder was de aanwezigheid van een kemphaanmannetje.

Jan van der Weerd (voorzitter ANV Camperland) en Klaas van der Wal (voorzitter SPLIJ+) bedankten de inleiders voor hun heldere uiteenzetting en de aanwezigen voor hun bijdragen aan de discussie. De beide organisaties zullen zich beraden over vervolgstappen om concrete acties uit te voeren om de weidevogelstand te verbeteren. Het symposium is mogelijk een start geweest van een jaarlijkse bijeenkomst in de IJsseldelta over dit onderwerp.